#ESC85jaar “Je sprak iedereen aan met meneer”

Personen die meer dan een halve eeuw lid blijven van dezelfde club, dat is bijzonder en ook vroeger altijd al in het oog springend. In december 1993 stond zo iemand in de krant waarvoor dat gold bij onze Eerbeekse Schaakclub. Geboren Eerbekenaar Henk Derksen was op dat moment 50 jaar clublid.

In zo’n periode maak je natuurlijk van alles mee, maar het meest interessant anno 2021 is terug te lezen hoe Derksen bij de Eerbeekse Schaakclub is beland en hoe het er destijds aan toe ging.

Henk, die in de oorlog als zeventienjarige bij de club kwam, vertelt: “De club kende toen vijftien leden en je kunt rustig stellen dat tachtig procent directeur was. Je sprak iedereen met meneer aan, en ik voelde me een kleine jongen. Maar bang was ik niet”.

Kijkend naar de lijst met clubkampioenen en in de clubarchieven valt op dat van de beste schakers in vroegere jaren vaak alleen de achternaam bekend is. In alle media-uitingen werd steevast alleen de achternaam gebruikt. Een meervoudig clubkampioen als Boomsma, een apotheker, bleef altijd Boomsma, meer dan een voorletter L hebben we er niet van, zelfs niet toen hij een keer uitgenodigd werd een stukje te schrijven voor het toenmalige clubblad ‘t Spionnetje. Er onder schreef hij geen voornaam maar louter “Boomsma”. Dit veranderde pas midden jaren ’70 geleidelijk aan toen jeugdspelers en vrouwen zich aandienden. Dan is er in krantenartikelen een tijd een mix tussen spelers die wel met voornaam en spelers die niet bij voornaam worden vermeld. Dat laatste is altijd zo gebleven, maar nu eerder om praktsiche redenen. Van alle huidige clubleden worden zowel voornaam als achternaam in wisselende mate gebruikt in verslaglegging.

De speellocatie was aanvankelijk ook op het kantoor van de Verenigde Papierfabrieken Eerbeek (VPE).

Voor Henk gold: “winnen is leuk, maar schaken doe je ook voor de gezelligheid”. Die ging er wat hem betreft dan ook al een stuk op vooruit toen de speellocatie in het fabriekslokaal verruild werd voor een zaaltje achter toenmalig café Nijk, later Spoorzicht en nu de parkeerplaats naast de Jumbo supermarkt, nabij de stoomtrein spoorovergang. “Bij de papierfabriek kregen we alleen koffie, en wij wilden na afloop ook wel eens wat anders drinken en een beetje biljarten”.

Henk Derksen was van 1958-1960 en van 1963-1974 penningmeester van onze club. Van 1974-1992 verzorgde hij de PR/publiciteit.  Toen hij in 1983 veertig jaar lid was kreeg hij de titel erelid toegekend. Hij schonk de Eerbeekse Schaakclub bij die gelegenheid twee wisselprijzen een houten Koning voor degene die in de competitie het meest gestegen was en een houten Toren voor het hoogst eindigende lid onder de 25 jaar in de seniorencompetitie (zeg maar de witte trui van de Tour de France).

Clubkampioen is Henk Derksen in al die 50 seizoenen nooit geworden, maar daar ligt hij niet wakker van, schrijft de Gelderlander op 6 december 1993. (hetzelfde artikel verscheen op 10 december 1993 tevens in de Apeldoornse Courant). Aan de eerdere opmerking dat winnen leuk is, maar je ook voor de gezelligheid schaakt en dat dat laatste bij hem op één staat voegde hij daarin een interessante beschouwing toe getuige de volgende tekstpassage.

“Op de donderdagavond zijn we vrienden, maar voor de rest van de week groet je elkaar als geode bekenden. Wij komen niet bij elkaar over de vloer, en dat is ook goed. Want anders krijg je groepjesvorming binnen de club, en dat vind ik absoluut verkeerd. Er mag geen standsverschil zijn (hier spreekt een man met ervaring!), en dat gevaar bestaat bij groepjesvorming wel”.