Keizer-systeem

(overgenomen van de website van de Apeldoornse schaakvereniging de Schaakmat, welke inmiddels gefuseerd is met Schaakstad Apeldoorn)

Hieronder de uitleg van het  keizersysteem zoals wij het in de internecompetitie spelen.

Het ‘Systeem Keizer’ is in de loop der jaren gemeengoed geworden van talrijke schaak- en damverenigingen. Het systeem is in de jaren 1950-1960 bedacht door de heer Keizer van schaakvereniging ESGOO uit Enschede. De belangrijkste aanleiding tot het ontwerpen van het Keizersysteem was dat in een competitie de spelers een ongelijk aantal partijen speelden als gevolg van normale afwezigheid of het spelen van externe partijen. De stand in de interne competitie gaf daardoor een vertekend beeld.

De hoofdlijnen van het systeem keizer zijn:

  • Iedere speler krijgt een waardecijfer. De beste speler krijgt het hoogste waardecijfer. De andere spelers wordt een waardecijfer toegekend dat afhangt van de sterkte van de speler.
  • Wint men een partij, dan krijgt men het waardecijfer van de tegenstander bijgeschreven. Bij verlies krijgt men 0 punten. Bij remise krijgen de spelers elk de helft van het waardecijfer van hun tegenstander
  • Bij afwezigheid krijgt men 1/3 van het eigen waardecijfer
  • De paring geschiedt volgens de ranglijst. Nummer 1 speelt tegen nummer 2. Als deze personen al tegen elkaar gespeeld hebben, speelt nummer 1 tegen nummer 3. Enzovoorts. Het is dus de bedoeling dat spelers die dicht bij elkaar staan op de ranglijst, tegen elkaar uitkomen. Men speelt zoveel mogelijk even vaak met wit als met zwart.
  • Na elke ronde wordt een nieuwe ranglijst bepaald. De (eventuele nieuwe) koploper krijgt dan het maximum waardecijfer. Daarna worden alle berekeningen van vorige rondes opnieuw uitgevoerd (zgn. herberekening). Dus een winstpartij tegen de nummer 1 van de ranglijst levert in eerste instantie het maximale aantal punten op. Zakt die speler naderhand op de ranglijst, dan wordt alsnog het lagere waardecijfer voor die winstpartij toegekend
  • Bij een oneven aantal spelers heeft één speler vrij (ook wel een “bye” genoemd). Deze krijgt dan 2/3 van het eigen waardecijfer als schadeloosstelling

De complexiteit van het keizersysteem zit in de herberekening. Om dit toe te lichten, hier een uitgewerkt voorbeeld:

Puntentelling Henk Jan (keizerwaarde 95) na Ronde 3:

  • ronde 1, gespeeld tegen Piet (keizerwaarde 94); 94 punten
  • ronde 2, afwezig met kennisgeving (1/3 van eigen keizerwaarde) : 31,67 punten
  • ronde 3, verlies tegen Klaas: 0 punten
  • totaal aantal punten: 125,67

Puntentelling Henk Jan (nu keizerwaarde 93) na Ronde 4:

  • ronde 1, gespeeld tegen Piet (nu keizerwaarde 98); 98 punten
  • ronde 2, afwezig met kennisgeving (1/3 van eigen keizerwaarde) : 31 punten
  • ronde 3, verlies tegen Klaas: 0 punten
  • ronde 4, remise tegen Kees (1/2 van keizerwaarde 90): 45 punten
  • totaal aantal punten: 174 punten

Zoals in dit voorbeeld te zien is, is Piet meer waard geworden. Piet heeft in ronde 4 gewonnen en is daardoor gestegen op de ranglijst. Henk Jan had al in ronde 1 van Piet gewonnen en krijgt daarvoor na de herberekening dus de nieuwe gestegen keizerwaarde van Piet.

 

Voor het lezen van de ranglijst (de stand van de interne competitie) is de volgende uitleg handig om te weten:

(overgenomen van de website van de Schaakclub Assen maar aangepast voor ESC)

De ranglijst vertoont een veertiental kolommen.

  • Kolom 1 = de plaats op de ranglijst.
  • Kolom 2 = naam deelnemer.
  • Kolom 3 = puntenaantal.
  • Kolom 4 = waardepunten.
  • Kolom 5 = aantal gespeelde wedstrijden.
  • Kolom 6 = aantal gewonnen wedstrijden.
  • Kolom 7 = aantal remises.
  • Kolom 8 = aantal verloren partijen.
  • Kolom 9 = scoringspercentage.
  • Kolom 10 = som (aantal keer Wit min aantal keer Zwart) van kleur waarmee speler gespeeld heeft.
    -2 betekent 2 keer vaker met zwart.
    +2 betekent 2 keer vaker met wit.
    0 betekent evenveel met zwart als met wit gespeeld.
  • Kolom 11 = aantal partijen gespeeld met W(it) en Z(wart)
  • Kolom 12 = aantal keren niet gespeeld wegens oneven aantal aanwezigen. (bye)
    In principe mag iedere speler 1 keer per seizoen oneven zijn. Principes zijn er om wel eens van af te wijken.
  • Kolom 13 = aantal keren niet geweest

Voor het overzicht en gemak worden alleen kolom 1-8 getoond wanneer de (tussen)stand van de interne competitie op deze website gepubliceerd wordt; de leden van Eerbeekse Schaakclub ontvangen via email de volledige stand van de wedstrijdleider, inclusief de kolommen 9, 10,11, 12 en 13.

 

Om clubkampioen te worden moet men zorgen om de meeste punten te vergaren in kolom 3. Hoe is dit te beïnvloeden?

Winst
Bij winst krijgt de speler de waardepunten van zijn tegenstander. Waardepunten (kolom 4) van tegenstander bij eigen puntenaantal (kolom 3) optellen.
Remise
Bij remise krijgt de speler de helft van de waardepunten van de tegenstander. De helft van de waardepunten (kolom 4) van de tegenstander bij eigen puntenaantal (kolom 3).
Verlies
0,0
Oneven aantal leden op clubavond waardoor niet spelend / bye
2/3 van eigen waardepunten (kolom 4) bij eigen puntenaantal (kolom 3) optellen.
Afwezig
1/3 van eigen waardepunten (Kolom 4) bij eigen puntenaantal (kolom 3) optellen. Dit kan maximaal 3 keer plaatsvinden, hierna krijgt men geen punten meer.

 

Een winst partij levert de waardepunten (kolom 4) van de tegenstander op. Wanneer deze tegenstander op de 10e plaats staat, is de winstpartij 51 punten waard, indien de tegenstander zakt naar de 12e plaats is de winstpartij nog maar 49 punten waard. Zo kan het dus gebeuren als men heeft verloren, men minder punten heeft dan de vorige week. Want iedere week vindt er een herberekening plaats en wordt de waarde van een partij opnieuw bepaald en alle partijen bij elkaar opgeteld. Dit is computerwerk, en daarvoor zijn diverse software-oplossingen beschikbaar zoals deze of deze.